Taaltip: verwijzen met die of welke?

 

De manager welke/die gisteren een presentatie gaf…  Wat is juist en waarom?

 

Welke?

Nog heel vaak zie je het gebruik van welke als betrekkelijk voornaamwoord in zinnen als de voorbeeldzin. Een betrekkelijk voornaamwoord (welke/die) is een woord dat verwijst naar een zelfstandig naamwoord (manager) dat eerder in de zin voorkomt. Grammaticaal gezien, is het niet fout, maar de zin krijgt er wel een ouderwetse, stijve klank door. Geen eigentijds taalgebruik dus.

Regel

Beter is het om als betrekkelijk voornaamwoord die of dat te gebruiken. Welke gebruik je vooral in vraagzinnen (dan het het een vragend voornaamwoord) en niet om te verwijzen naar een eerder woord in de zin. Dus:

  • De projectmanager die gisteren een presentatie gaf
    (die verwijst altijd naar de-woorden: de manager)
  • Het rapport dat de klant gisteren heeft goedgekeurd
    (dat verwijst altijd naar het-woorden: het rapport)
  • Welke vergaderruimte heb je gereserveerd?

 

Uitzondering: voorzetsels

Helaas heeft het Nederlands natuurlijk nog wel een uitzondering. En dat is als je verwijst met een voorzetsel. Je weet wel, die kleine woordjes als met, voor, aan, op, in, door, over, onder enzovoorts. Staat er een voorzetsel voor die of dat? Dan veranderen deze woorden als volgt:

  • Die wordt met/voor/aan wie/etc.
  • Dat wordt waarmee/waarvoor/waaraan/etc.

 

Let op: de samentrekking met waar schrijven we als één woord. In een voorbeeldzin wordt het dan:

  • De projectmanager met wie ik gisteren stond te praten
  • Het rapport waarmee we de commissie willen overtuigen

 

Tenslotte nog één uitzondering op de uitzondering

Verwijs je naar een het-woord met het voorzetsel zonder, dan is welke wel weer de juiste vorm.

  • Dit is het rapport zonder welke wij de commissie niet hadden kunnen overtuigen.

 

 

Terug naar Handig en leuk